Voedingstips moeilijke eters

Eten tijdens de peuterjaren verloopt niet altijd even vlot. Elke peuter weigert wel eens te eten. Dit gaat vaak samen met grillen en stemmingen. Wanneer een peuter boos, moe, opgewonden, verdrietig of gespannen is, zal dit een effect hebben op zijn of haar eetlust. Voedingsmiddelen die de ene dag in trek zijn, worden de volgende dag geweigerd. Dit wordt ook wel eens de kleuterpuberteit genoemd. Zit je zoon of dochter in volle peuterpuberteit? Volgende voedingstips kunnen dan misschien helpen.

Voedingstips voor moeilijke eters

• Eet op vaste tijdstippen, indien mogelijk met het hele gezin.
• Tracht de maaltijdmomenten zo aangenaam mogelijk te maken.
• Zorg voor een rustige omgeving.
• Laat kinderen niet te lang aan tafel zitten, max 30 minuutjes.
• Maak duidelijke afspraken over het opvoedingsklimaat rondom het eten en geef zelf het goede voorbeel. Als mama een tijdschrift leest aan tafel, waarom zou je peuter dan ook niet aan tafel mogen spelen
• Zorg ervoor dat de kind tijdens het eten niet voortdurend wordt afgeleid door tekenen, spelletjes of televisie.
• Laat je kind even rusten voor de maaltijd. Kinderen eten namelijk niet goed wanneer ze moe zijn.
• Dwing kinderen nooit te eten. Misschien heeft dwang een keer resultaat, maar op de lange duur heeft het geen zin.
• Beloon of straf niet omwille van goed of slecht eten. Vermijd dat gewenst gedrag uiteindelijk alleen nog maar kan worden gekocht.
• Laat de kind zelf eten zodra hij of zij daartoe in staat is.
• Ruim de tafel af zodra iedereen klaar is na een rustige maaltijd, ook al heeft junior nauwelijks gegeten.
• Laat je kind niet bepalen wat er op tafel komt. Geef altijd zelf duidelijk aan wat mag en wat niet mag.
• Laat je kind zelf kiezen hoeveel het eet. Maak je geen zorgen wanneer het eens weinig of niets eet.
• Geef geen vetrijke voedingsmiddelen of snoep voor de maaltijd. Dit bederft de eetlust.
• Een keer een maaltijd overslaan kan geen kwaad. Voorkom echter dat je kind zich tussen de maaltijden volpropt met snoepgoed wanneer het nauwelijks heeft gegeten.
• Variatie in de voeding brengen en verschillende kleine porties per dag aanbieden, kan helpen.